Anesthesiologie

De anesthesiologen in het MCL hebben ieder een eigen aandachtsgebied, zoals kinderanesthesie en chronische pijnbestrijding. Maar ook bijvoorbeeld pijnbestrijding na een operatie (post-operatief) en pijnbestrijding bij bevallingen. U krijgt zo de best mogelijke zorg voor uw situatie.

Voor de operatie

Wanneer u een ingreep (onderzoek/operatie) moet ondergaan kan het zijn dat daar een vorm van anesthesie voor nodig is; voor meer informatie daarover kijkt u onder het kopje “vormen van Anesthesie”.
Maar voordat het zover is, komt u langs op het preoperatief anesthesiologisch spreekuur(PAS). Uw behandelend arts maakt hiervoor een afspraak bij ons. Dit gesprek heeft twee doelen:

1

We brengen uw gezondheid in kaart en kijken of er nog onderzoeken van tevoren noodzakelijk zijn (bijvoorbeeld bloedonderzoek, of een onderzoek door een andere specialist), en of uw gezondheid nog verbeterd kan worden voorafgaand aan de operatie. Daarmee minimaliseren we de risico’s voor uw gezondheid van een grote operatie. Pas wanneer de anesthesioloog akkoord is, kan de operatie daadwerkelijk ingepland worden.

2

We bespreken met u de verschillende vormen en mogelijkheden van anesthesie en de belangrijkste voordelen en nadelen (risico’s). Behalve de informatie in dit gesprek krijgt u ook informatie van ons via Divi’s; dit zijn korte animatie-filmpjes waarin op een heldere manier wordt uitgelegd over de gang van zaken en die ook nog eens teruggekeken kunnen worden.

Nuchterbeleid

Voorafgaand aan een procedure waarvoor een vorm van anesthesie noodzakelijk is moet u nuchter zijn. Lees hiervoor goed de instructies die u na de afspraak op het pas-spreekuur mee krijgt.

Nuchterheidsregels volwassenen (Vanaf 16 jaar):

Wordt de patiënt ’s morgens geopereerd:

· Vanaf 0.00 uur ’s nachts niets meer eten.

· Tot 6.00 uur ’s morgens nog wel water of heldere limonade drinken.

· Na 6.00 uur ’s morgens niets meer nemen.

Wordt de patiënt ‘s middags geopereerd:

· Vanaf 0.00 uur ’s nachts niets meer eten.

· Tot 10.00 uur nog wel water of heldere limonade drinken.

· Na 10.00 uur niets meer nemen

PAS-plus

In de gezondheidszorg staan de ontwikkelingen nooit stil. Steeds meer grote operaties kunnen/worden ook uitgevoerd bij mensen die soms al heel veel andere ernstige aandoeningen hebben. Belangrijk hierbij is een uiterst goede voorbereiding en contact met alle, bij u betrokken specialisten (meestal gaat het dan om de behandelend chirurg, cardioloog, longarts en/of geriater). Daarnaast vragen we ook altijd de mening van een intensivist (intensive care specialist). Zo maken we multidisciplinair een goede evaluatie van wat de operatie oplevert en welke risico’s u ermee neemt. Vervolgens gaan we daarover met u in gesprek samen met degene die de operatie bij u heeft voorgesteld. Soms kan de uitkomst ook zijn dat het beter is om de operatie niet te doen (de risico’s wegen niet op tegen de baten, of te wel, de verwachting is dat uw kwaliteit van leven daar niet beter van wordt).

Vormen van Anesthesie

Anesthesie is een verzamelnaam voor alle vormen van verdoving. Er zijn verschillende vormen van anesthesie.

Narcose

Dit is misschien wel de meest bekende vorm van anesthesie. De anesthesioloog en anesthesiemedewerker zorgen ervoor dat u tijdens de operatie onder narcose bent en er dus niets van mee krijgt. De narcose wordt bij de meeste mensen via het infuus toegediend, bij kinderen kan er soms ook voor gekozen worden om de narcose via een kapje toe te dienen. Ook volwassenen/grotere kinderen krijgen voor het onder narcose gaan een kapje, maar dan zonder narcose middel, maar met 100% zuurstof. In de normale lucht zit 21% zuurstof. Bij het in slaap gaan wordt er van te voren altijd even 100% zuurstof geademd. Er wordt dan dus extra zuurstof gegeven, dat gebeurt omdat men bij het onder narcose gaan altijd even wat minder diep en vaak ademhaalt, en is dus bedoeld voor uw veiligheid.

Spinaal anesthesie (ruggenprik)

Ook deze vorm van anesthesie is bij de meeste mensen wel bekend. Er wordt met een naald onder in de rug geprikt waarbij in de ruimte van het hersenvocht de verdoving wordt achtergelaten. Dit zorgt ervoor dat de pijnzenuwen en ook de zenuwen die de benen aansturen geblokkeerd raken. Aanraking kan nog wel gevoeld worden, maar pijn niet meer. Na enkele uren werkt deze verdoving weer uit. Deze vorm van anesthesie kan ook gecombineerd worden met Sedatie (zie onder). Deze verdoving wordt toegepast bij operaties aan de benen, bekken en bij keizersnedes.

Epidurale anesthesie (ruggenprik)

Deze vorm van anesthesie is net iets anders dan de spinaal. Bij deze ruggenprik wordt iets minder diep, net buiten de ruimte van het hersenvocht, een infuusje in de rug achtergelaten. Dit infuus kan een aantal dagen blijven zitten en vooral bedoeld voor de pijnstilling in de eerste dagen na de operatie. Bij deze vorm van anesthesie wordt er continu pijnstilling gegeven via een infuuspomp. Deze medicatie zorgt ervoor dat de pijnzenuwen in het operatiegebied geblokkeerd worden. Bij deze ruggenprik kunt u wel de benen blijven bewegen. Bij deze vorm van anesthesie is het vaak ook nodig dat u na de operatie een blaascatheter heeft, omdat de controle over het plassen wat minder is door de verdoving van de zenuwen. Deze vorm van anesthesie wordt vaak tijdens de operatie gecombineerd met narcose.

Perifeer zenuwblock (zenuwverdoving)

Deze vorm van anesthesie wordt toegepast bij operaties aan de armen en benen. Met behulp van een echoapparaat brengen we dan uw zenuwen in beeld en door middel van een prik laten we bij deze zenuwen dan een lokaal verdovingsmiddel achter. Hierdoor voelt u geen pijn tijdens de operatie, ook kunt u de arm en het been vaak minder goed/niet bewegen. Aanraking kan u wel blijven voelen. De verdoving werkt (afhankelijk van het gekozen middel) zes tot vierentwintig uur. Deze vorm van anesthesie kan tijdens de operatie gecombineerd worden met Sedatie.

Sedatie

In de volksmond is deze vorm van anesthesie ook wel bekend als “een roesje”. Het is een oppervlakkigere vorm van narcose waarbij mensen licht slapen. Het slaapmiddel wordt via het infuus in een lagere dosering toegediend dan bij narcose. Deze vorm van anesthesie wordt veel gebruikt bij verschillende onderzoeken van gynaecologen, MDL artsen en longartsen. Tevens combineren we sedatie vaak met boven genoemde vormen van anesthesie (Spinaal en perifeer zenuwblock)

Na de operatie

Verkoever
Na de operatie gaat u in eerst naar de uitslaapkamer (verkoever). Hier zult u rustig wakker worden van de narcose/sedatie. We controleren regelmatig de bloeddruk, behandelen pijn en of misselijkheid (beide indien van toepassing), alvorens u teruggaat naar de verpleegafdeling. Heeft u een ruggenprik gehad, dan controleren we daar nog een aantal keren uw bloeddruk en of de verdoving al wat uitwerkt alvorens u naar de verpleegafdeling gaat.

Dagbehandeling
Wanneer u in dagbehandeling wordt geholpen gaat u na de verkoever periode terug naar het daghospitaal en krijgt u recepten mee naar huis.Verpleegafdeling
Als u moet blijven, gaat u na de verkoeverperiode terug naar de verpleegafdeling, waar de postoperatieve pijn verder behandeld zal worden en u kan werken aan een spoedig herstel en ontslag. Bij de vormen epidurale anesthesie, morfine-pca (pompje met morfine) en bij continue verdovingen van een ledemaat komt één van onze medewerkers van de POP-service (post-operatieve pijn) langs om te controleren of de pijn voldoende onder controle is.

Anesthesie bij kinderen

Soms moeten kinderen ook een operatie ondergaan. De ouders mogen dan mee naar de operatiekamer tot het moment dat het kind in slaap is gevallen. Ook gaat er vanuit de kinderafdeling een pedagogisch medewerker mee om ouder en kind te begeleiden. We proberen er samen altijd voor te zorgen om het een zo prettig mogelijke ervaring te laten zijn.

De narcose wordt bij de jongere kinderen vaak via het kapje toegediend. Zodra het kind in slaap is gevallen kan je als ouder nog zien dat het kind wat onwillekeurige bewegingen maakt (een soort slaapwandelen). Dat kan er soms gek uit zien, maar is helemaal normaal. Bij de oudere kinderen gaat de narcose vaak via het infuus. Van tevoren krijgt het kind dan verdovende pleisters op de huid geplakt, zodat het prikken van het infuus geen pijn doet. Het omslagpunt tussen kap of infuus hangt onder andere af van leeftijd, gewicht en voorkeur van het kind; daarom wordt dit altijd in overleg met ouder en kind op het PAS-spreekuur besproken.

Ook kinderen moeten voor een operatie nuchter zijn, echter is bij kinderen (en dan vooral bij baby’s en kleine kinderen) aangetoond dat zij sneller ‘uitdrogen’ dan volwassenen. Daarom is het erg belangrijk dat uw kind tot een uur voor de operatie heldere vloeistoffen drinkt (bij voorkeur ook suikerhoudend!). In onderstaande tabel is het beleid samengevat. Het belang hiervan wordt u tijdens het PAS-spreekuur nog eens uitgelegd en ook op de kinderafdeling is dit bekend.

Na de operatie kan u op de uitslaapkamer zo snel mogelijk weer naar uw kind toe.

Nuchterheidsregels kinderen (tot 16 jaar):

Tot 6 uur voor operatieVast voedsel / melkproducten
Tot 4 uur voor operatie(Baby) flesvoeding
Tot 3 uur voor operatieBorstvoeding
Tot 0 uur voor operatie Tot het moment van klaarleggen voor OK complex mag patiënt elk uur 10 ml/kg, met een max van 100 ml heldervloeibaar al dan niet met toegevoegde suikers.

Anesthesie bij de bevalling

Bevallen gaat nooit pijnvrij. Maar soms is de pijn van de weeën te heftig, of duurt het te lang. Dan is pijnbestrijding een optie. U kunt op dit moment kiezen voor pethidine (een prik in het been met een soort morfine) of voor een epidurale anesthesie (ruggenprik).

Bij deze ruggenprik wordt tussen de ruggenwervels door net buiten de ruimte van het hersenvocht, een infuusje in de rug achtergelaten. Dit infuus kan een aantal uren blijven zitten gedurende de bevalling. Bij deze vorm van anesthesie wordt er continu pijnstilling gegeven via een infuuspomp. Deze medicatie zorgt ervoor dat de pijnzenuwen naar de buik geblokkeerd worden. Bij deze ruggenprik kunt u wel de benen blijven bewegen.
Ongeveer een kwartier na het plaatsen van de epiduraal, begint de pijnstillende werking; de weeën worden als minder pijnlijk ervaren. De weeën gaan niet helemaal weg, maar zijn veel makkelijker op te vangen. De medicatie via de ruggenprik wordt gestopt wanneer u volledige ontsluiting heeft en mag gaan persen.

Mogelijke bijwerkingen en complicaties van de ruggenprik;

Daling van de bloeddruk
De medicatie die wordt toegediend via de epiduraal zorgt voor een daling van de bloeddruk. Daarom controleren we na het plaatsen van de epiduraal uw bloeddruk vaker.

Beperking van de blaasfunctie
Bij deze vorm van anesthesie is het nodig dat u een blaas katheter krijgt, omdat de controle over het plassen wat minder is door de verdoving van de zenuwen van de buik. 

Koorts
Koorts kan het gevolg zijn van een directe reactie op het verdovingsmiddel van de ruggenprik, maar kan ook een indicatie van een infectie zijn. 

Bloeding en/of zenuwbeschadiging
Het is zeer zeldzaam, maar soms kan er een bloeding of zenuwbeschadiging ontstaan. Dit uit zich in een verminderd gevoel en verminderde kracht in de benen na beëindiging van de ruggenprik. Het personeel is goed geschoold om dit te herkennen. 

Jeuk
Dit kan optreden als de ruggenprik in combinatie met opioïden wordt gebruikt.

Hoofdpijn
Hoofdpijn is een onschuldige complicatie als gevolg van het aanprikken van de spinale ruimte, wat bij het plaatsen van de epiduraal heel zelden wel eens gebeurd. Vrouwen ervaren dan houdingsafhankelijke hoofdpijn (bij overeind komen) na een epiduraal. Als dit het geval is kan de verloskundige altijd met ons overleggen.

Rugklachten
Rugklachten worden vermoedelijk niet veroorzaakt door de epidurale katheter, maar door de ongebruikelijke houdingen tijdens de bevalling.

Heb je nog vragen over anesthesiologie?

Neem contact met ons op

Contact